Deze documentaire toont hoe een voorvechter van de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging, Martin Luther King Jr., door de FBI weggezet werd als gevaar voor de samenleving. Het maakt inzichtelijk hoe racisme en angst binnen de Amerikaanse samenleving Kings strijd voor gelijkheid dwarsboomden.
Sam Pollard vertelt het verhaal van King. King werd kort na zijn beroemde ‘I have a dream’-speech aangemerkt als gevaar voor de toekomst van Amerika. Hoewel King een vreedzame droom had, blijkt uit vrijgegeven geheime staatsdocumenten hoe de FBI onder leiding van J. Edgar Hoover een ware heksenjacht op touw zette. King werd constant in de gaten gehouden, afgeluisterd en lastiggevallen, omdat Hoover een communistisch complot meende te zien in de massale anti-racisme beweging van de jaren vijftig en zestig. Daarbij werd geen middel geschuwd en startte Hoover een ware moddergooi-campagne, waarin hij onder andere buitenechtelijke relaties onthulde, om King onder druk te zetten.
Aan de hand van archiefbeelden, scènes uit Hollywoodfilms, commentaar van historici, publicisten en andere betrokkenen wordt een indringend beeld geschetst van de verrotte cultuur binnen de FBI. De campagne tegen King hielden ze vol vanaf eind jaren vijftig tot de moord op King in 1968. Pollard brengt deze schokkende geschiedenis meer dan terecht aan het licht.