Meer dan één op de drie Turkse vrouwen is slachtoffer geweest van huiselijk geweld, en femicide neemt toe. Moedige Turkse activisten en advocaten eisen gerechtigheid voor de slachtoffers. Maar na de mislukte couppoging van 2016 verstevigt de regering haar greep, en wordt hun werk steeds gevaarlijker.
Arzu werd gedwongen te trouwen toen ze 14 was. Toen ze erachter kwam dat haar man een minnares had, wilde ze scheiden. Hij deed alsof hij meewerkte, maar trok ineens een pistool, dwong haar op de grond te liggen en schoot haar in haar armen en benen. ‘Ik schiet niet om je te doden’, zei hij. ‘Ik wil je alleen laten kruipen.’
Vaak krijgen de daders van dergelijke aanvallen in Turkije een verminderde straf – of helemaal geen straf. Als de rechter het gevoel heeft dat het slachtoffer haar man heeft ‘geprovoceerd’, bijvoorbeeld door ongehoorzaam te zijn, kan de dader vaak op coulance rekenen. De moedige activistengroep ‘Wij Zullen Femicide Stoppen’ is vastbesloten iets aan dit schandaal te doen. We volgen ze aan het werk voor Arzu en voor Kübra, een succesvolle tv-presentatrice die verlamd is na mishandeling door haar man. Maar als in 2016 Turkije wordt geschokt door een mislukte staatsgreep, gaat de conservatieve regering achter iedereen aan die ze als vijand van de staat bestempelt. En daaronder vallen vrouwen die hun rechten opeisen.