Een Friese fietsenmaker krijgt op een dag het onwaarschijnlijke bericht dat hij een Ethiopische halfbroer heeft. Hij heet Daniel en zit gevangen in een dodencel in Addis Abeba.
Als kind werd de Ethiopische Daniël Hoek in de steek gelaten door zijn Nederlandse vader. Maar zijn vader wil er niets van weten, al was het maar omdat Daniel zwart is. Een DNA-test veroordeelt ze tot elkaar. En dan blijken vader en zoon meer met elkaar gemeen te hebben dan ze ooit zouden willen toegeven.