In Zuid-Afrika ten tijde van de apartheid wordt de 18-jarige Nicholas klaargestoomd voor militaire dienst. Zijn homoseksuele gevoelens moet hij verbergen, in een door homofobie doordrenkte machocultuur. Zinderende boekverfilming die dankzij de droomachtige cinematografie Nicholas’ wereld en ontluikende gevoelens pijnlijk invoelbaar maakt.
Zoals al zijn leeftijdsgenoten wordt Nicholas opgeroepen voor militaire dienst, officieel om te vechten tegen het opkomende communisme. Maar voor de jonge soldaten heet de vijand anders: zij moeten het apartheidsregime verdedigen tegen het ‘swart gevaar’. Onder leiding van de keiharde Afrikaanse sergeant Brand worden de rekruten fysiek en mentaal afgebeuld, in voorbereiding op de Grensoorlog met Angola.
‘Moffie’ is een Afrikaans scheldwoord voor homoseksuelen en alle mannen die niet in het masculiene plaatje van de sterke, witte Zuid-Afrikaan passen. Het woord wordt te pas en te onpas gebruikt. Maar als twee jongens samen worden betrapt, wordt publiekelijk duidelijk gemaakt dat de gevolgen daarvan worden bestraft. Voor Nicholas is dat een duidelijk signaal: hij moet er alles aan doen om ‘onzichtbaar’ te blijven.