Bij opgravingen in Peru vindt een team van forensisch antropologen twintig jaar na het politieke geweld de stoffelijke resten van negen onbekende personen. Op een van de lichamen treffen ze een vervaagde foto aan: de enige aanwijzing voor de mogelijke identiteit. Fidel, een bedachtzame onderzoeker, trekt zich de zaak aan, maar staat al snel voor een moreel dilemma tussen de menselijke en wetenschappelijke benadering van het onderzoek.
In de bergen van Peru wordt een verborgen verleden letterlijk omhooggehaald wanneer forensisch onderzoekers negen lijken ontdekken. Met uiterste precisie en zorg verzamelen ze wat er over is van deze, tijdens roerige politieke tijden ‘verdwenen’ mensen. Veel informatie over de identiteit van deze slachtoffers is er echter niet. De onderzoekers moeten het doen met een vervaagde foto van een lachend meisje die in de kleding op een van de lichamen werd aangetroffen. Voor Fidel krijgt de zaak een nog groter belang wanneer er een vrouw opduikt die al decennia wacht op het verlossende woord over wat jaren geleden met haar verdwenen echtgenoot is gebeurd. Zou dit hem kunnen zijn? Terwijl de emoties bij de vrouw hoog oplopen, wordt Fidel stukje bij beetje opgeslokt door een onderzoek naar een duister verleden, dat meer vragen oplevert dan antwoorden.