In zijn memoir Baba (2024) schrijft Bo Hanna over zijn levensbepalende ervaring met ontvoering door zijn vader. Dit motiveerde hem om zich onvermoeibaar in te zetten voor kinderrechten, een thema dat hij als schrijver steeds opnieuw op de agenda zet: “Het zien van de wereld vanuit het perspectief van een kind moedigt je hopelijk aan om je eigen rol hierin te onderzoeken en te reflecteren op wanneer je opkomt voor een kind. Films waarin kinderen centraal staan, helpen ons daarbij.” Bo werkt momenteel aan zijn tweede boek.
Dit is zijn top 5 voor Movies that Matter Festival 2025:
“Deze film laat zien hoe veerkrachtig kinderen zijn en hoeveel ze begrijpen. Kinderen spreken een andere taal – een taal waarvoor je moeite moet doen om die echt te begrijpen. Maar die moeite wordt vaak niet genomen, terwijl ze ongelooflijk veel te vertellen hebben over serieuze onderwerpen.
Het is inspirerend om te zien dat kinderen, vooral buiten het Westen, op jonge leeftijd al heel streetwise zijn. Ze maken veel mee, zien veel en weten te overleven. Je staat misschien tegenover een kind, maar vaak zijn ze volwassener dan wij als volwassenen zelf.”
“Slave Island zoomt in op hoe kinderen slachtoffer worden van enorme misstanden in de wereld. En dit is niet iets uit het verleden – het gebeurt nog steeds in 2025. Kinderexploitatie blijft een wereldwijd probleem, waar we allemaal medeplichtig aan zijn. Denk bijvoorbeeld aan de kleding die we dragen: je houdt een product in je handen dat door kinderen is gemaakt.”
“Deze film speelt zich af in Myanmar, een land waar ik voor werk ben geweest en waar ik voor het eerst echt geconfronteerd werd met de complexe realiteit daar. Ik dacht: hoe kan het dat ik niets weet over Myanmar terwijl die oorlog al decennia gaande is?
Het kolonialisme heeft het land achtergelaten in een vacuüm. Toen ik me erin ging verdiepen, werd duidelijk hoeveel landen een rol spelen in dit conflict. De geopolitieke belangen zijn enorm. Er is veel aandacht voor Israël-Palestina en Oekraïne-Rusland, maar conflicten zoals in Myanmar blijven onderbelicht. Toch zijn de geopolitieke spelletjes daar net zo groot, met belangen tussen het Westen, China en Rusland. Myanmar is een pion op een veel groter schaakbord – een spel waarin wij ook een rol spelen.”
“Als iemand met een Egyptische achtergrond raakt deze film me persoonlijk. Egypte is een bijzonder land. Wat me opvalt als ik daar ben, is hoe veerkrachtig, strijdlustig en intelligent de jonge generatie is. Ze inspireren me enorm.
Ze hebben van dichtbij gezien wat het betekent om te leven in een land waar een coup heeft plaatsgevonden, waar grote geopolitieke belangen spelen, waar persvrijheid beperkt is en waar strikte religieuze en culturele normen bestaan. Toch zetten ze zich daartegen af, met een enorme liefde voor hun land en een diepgewortelde kennis. Dat raakt me, want ik had daar ook kunnen opgroeien.
Ik sta keer op keer versteld – niet omdat ik deze generatie onderschat, maar omdat ze minder kansen hebben gehad. Minder scholing, minder middelen, en toch hebben ze op eigen kracht zo'n enorme ontwikkeling doorgemaakt. Dat verdient alle respect. Ik heb die privileges wél gehad, en daarom voel ik de verantwoordelijkheid om mijn stem te gebruiken om die van hen te versterken.
De Egyptische overheid zet zich steeds meer in voor vrouwenrechten en voert campagnes tegen bijvoorbeeld vrouwenbesnijdenis. Je ziet dat er een wil is om verandering te brengen. Vrouwen gaan de straat op voor hun rechten, en dat heeft impact.
Een paar jaar geleden schoot een man een meisje neer op klaarlichte dag vanwege eerwraak. Mensen kwamen massaal de straat op. De overheid reageerde daarop: als je zo met vrouwen omgaat in ons land, dan krijg je de hoogst mogelijke straf. Dit was een krachtig signaal – een duidelijke boodschap dat dit niet langer getolereerd wordt.
Vrouwen in Egypte hebben ongelooflijk veel lef. Dit gaat ook over mijn oma en mijn moeder, die een leven hebben geleid binnen bepaalde religieuze en maatschappelijke normen, en die daarbinnen hun eigen weg hebben gevonden.”
“Yintah lijkt mij een prachtige film. Het onderwerp van inheemse volkeren in Amerika raakt me enorm. Dit thema is zo relevant – niet alleen in Amerika en Canada, maar in alle gebieden waar Europeanen zich hebben gevestigd. Nu roepen sommigen op om de grenzen te sluiten: Europeanen mogen overal naartoe, maar andersom mag niemand komen. In Kaapverdië en West-Afrika verdrinken mensen in de zee op weg naar de Canarische Eilanden, omdat Europa de wateren daar leegvist en zij geen middelen meer hebben om te overleven.
De oorspronkelijke gemeenschappen herinneren ons eraan dat mensen altijd onderdak hebben gezocht. Waarom zou dat nu anders zijn? Zij laten zien dat het anders kan – en dat is heel bewonderenswaardig. Ze blijven vreedzaam vechten voor hun land, met respect voor de natuur, want het draait niet om beheersing van land, maar om bescherming van de natuur. Hun verhalen verdienen een luidere stem in deze wereld.
De film raakt ook aan het wereldwijde probleem van fossiele energie en exploitatie. Nog steeds worden talloze landen uitgebuit. Dit gebeurt niet alleen in Amerika, maar ook in Zuidoost-Azië, waar eilanden worden opgekocht en de lokale bevolking wordt verdreven.
Het roept een belangrijke vraag op: als je ergens komt, hoeveel respect heb je dan voor de mensen die daar al leven? Kom je om iets te halen, geld te verdienen en alles kapot te maken? Of kom je om er echt te zijn?
Er is veel ellende, maar wat me hoop geeft, is de groeiende wereldwijde solidariteit. Het verzet van de Māori staat niet los van het verzet in Israël en Palestina. Als je uitzoomt, zie je dat machtsstructuren overal volgens dezelfde principes werken.
Het Westen spreekt over mensenrechten, maar wanneer het erop aankomt, blijken niet alle rechten even belangrijk gevonden te worden. Dit roept vragen op over instituten als de Verenigde Naties en het Internationaal Gerechtshof. In hoeverre functioneren ze nog in deze tijd? Ze zijn na de Tweede Wereldoorlog opgericht met de beste bedoelingen, maar hoe werken ze in de wereld van nu?”