Nathan zit in een rolstoel. Blij is hij er niet mee, maar leeft zijn leven. Wanneer hij een taxi neemt op weg naar huis heeft hij een gesprek met een nogal extravagante Oost-Europese taxichauffeur. De chauffeur merkt wel dat Nathan nog veel te weinig van de wereld heeft gezien.
Nathan blijkt erg geïnteresseerd in Parijs, en aangemoedigd door de taxichauffeur besluit hij op zoek te gaan naar romantiek in de stad van de lieefde.
Eenmaal in Parijs aangekomen wacht hem een behoorlijke desillusie. Metro’s zijn onbegaanbaar, liften schaars, stoepen hoog, mensen chagrijnig, en die trappen, eindeloos veel trappen… Nathan besluit alle ellende te vergeten en naar een optreden te gaan van een typische Parijse zangeres. Zijn dromen lijken uit te komen, tot haar Britse vriend ten tonele verschijnt.
Het is het begin van een reis waarin Nathan gebruik leert maken van zijn handicap, en beseft dat hij zelf verantwoordelijk is voor het realiseren van zijn dromen.