Goran Duric, een voormalig commandant van het Joegoslavische Nationale Leger, wordt beschuldigd van de deportatie en moord op Bosnische moslims in Kasmaj, een klein stadje in de huidige provincie Srpska. Hannah Maynard is procureur bij de Internationale Rechtbank in Den Haag en leidt de rechtszaak tegen Duric. Als een hoofdgetuige tegengestelde verklaringen aflegt, gaat een delegatie naar Kasmaj om een beeld te krijgen van de gebeurtenissen aldaar. Al snel blijkt dat de hoofdgetuige niet de waarheid heeft gesproken. Kort daarna pleegt hij zelfmoord. Hannah geeft het onderzoek niet op en reist af naar zijn begrafenis in Sarajevo, waar ze zijn zus Mira ontmoet. Mira blijkt meer te weten en Hannah vraagt haar te getuigen. Kort voor de hoorzitting proberen de advocaten van Duric de getuigenverklaring van Mira ongeldig te laten verklaren en krijgen hierbij onverwachte steun van de rechterlijke macht. Hannah realiseert zich dat ze van twee kanten wordt belaagd. Dan begint haar strijd tegen de zwarte kant van de wet en justitie.