Mediha Alhamad werd ontvoerd en tot slaaf gemaakt door IS toen ze 10 jaar oud was. Nu gaat deze jonge Êzidî-vrouw op een dappere missie: op zoek naar gerechtigheid, innerlijke genezing, en haar vermiste ouders en broertje. ‘Ik ben bang, maar probeer het niet te zijn,’ zegt ze. ‘Het is mijn droom om vrijuit te praten.’
‘Vanaf het moment dat ik terugkwam uit gevangenschap van IS, haper ik als ik praat,’ zegt Mediha Alhamad aan het begin van de documentaire Mediha. Voordat IS kwam, was Mediha’s jeugd eenvoudig en mooi in het dorp Sinjar, in Noord-Irak. Maar, zoals ze vertelt: ‘Wij Êzidî’s lijden al honderden jaren vanwege onze overtuigingen.’ Toen Mediha 10 was begon IS de Êzidî’s te onderdrukken. Ze voerden massa-executies uit op de mannen en ouderen, en maakten vrouwen, meisjes en jongens tot slaaf. De jongens – onder wie Mediha’s jongere broers Ghazwan en Adnan – werden kindsoldaat. De vrouwen en meisjes werden gedwongen tot seksuele slavernij.
Mediha werd ontvoerd en in de jaren die volgden vier keer verhandeld door IS-strijders. Na een paar jaar werd ze bevrijd, maar toen ze thuiskwam, schaamde ze zich voor alles wat ze had meegemaakt. ‘Maar nu schaam ik me niet meer,’ zegt ze. In Mediha zien we hoe ze – pas 15 jaar oud – haar leven terugpakt. Het is een ongelooflijk dappere en inspirerende weg die ze bewandelt. Van de openhartige manier waarop ze een psycholoog vertelt over haar angstaanvallen, tot haar zoektocht naar haar vermiste familieleden. En, uiteindelijk, tot haar strijd voor berechting van de man die haar gevangenhield. Vandaag de dag zet Mediha zich in voor alle onderdrukte minderheden in het Midden-Oosten.
Mediha wordt vertoond op het Movies that Matter Festival 2024.