Hilario en Catalina behoren tot de meest weerloze slachtoffers van de Argentijnse militaire junta: zij werden als baby van hun families gestolen en ondergebracht bij pleeggezinnen. Hun ouders verdwenen voorgoed. Nu hun familiegeschiedenis duidelijk wordt, roept dit complexe vragen op over daders, slachtoffers, schuld en vergelding.
Tijdens de militaire junta in Argentinië in de jaren zeventig werden pasgeborenen weggehaald bij tegenstanders van het regime. Deze subversieve elementen werden uitgeschakeld en hun kinderen ondergebracht in pleeggezinnen, veelal militairen in dienst van de junta. Decennialang protesteerden de 'dwaze moeders' voor meer duidelijkheid over het lot hun verdwenen kinderen en kleinkinderen. Inmiddels hebben zij succes geboekt en lopen er rechtszaken om kleinkinderen van de verdwenen ouders te herenigen met hun biologische families.
Hilario en Catalina zijn twee van de vele 'gestolen kinderen van Argentinië'. Zij weten pas sinds een aantal jaren de werkelijkheid over hun afkomst en zijn nu verwikkeld in rechtszaken tegen hun adoptieouders. Deze ontdekking is echter niet voor iedereen een zege. Terwijl Catalina de waarheid over haar afkomst als verlossend ervaart en haar pleegouders graag voor het gerecht sleept, is het voor Hilario juist een afschuwelijke openbaring. Hij houdt van zijn pleegouders en voelt er niets voor zijn biologische familie te omarmen. Ook wil hij voorkomen dat de familie die hij als de zijne beschouwt, in de gevangenis belandt. Wanneer een slachtoffer zich geen slachtoffer voelt, moet de dader dan worden berecht?
Regisseurs Jenny Hellmann en Regina Mennig volgden Hilario en Catalina gedurende twee jaar, ten tijde van de moeilijke rechtszaken tegen hun pleegouders. Ze geven het publiek een geheel nieuwe kijk op de Argentijnse geschiedenis en de complexiteit van de verwerking van een nationaal trauma.
Tekst: Annika Wubbolt