Onderzoekers van het Internationaal Strafhof in Den Haag verzamelen in de Centraal-Afrikaanse Republiek, één van de gevaarlijkste plekken op aarde, bewijzen voor de rechtszaak tegen voormalig rebellenleider Jean-Pierre Bemba. Ondertussen bereiden de openbaar aanklagers de rechtszaak voor in Den Haag.
Toen François Bozizé in 2002 een staatsgreep pleegde in de Centraal-Afrikaanse Republiek, wierp Jean-Pierre Bemba zich op als leider van de militante rebellen uit het naburige Congo. Hij gaf zijn rebellenleger (MLC) ‘carte blanche’ om te moorden, te verkrachten en te plunderen naar believen. De succesvolle Congolese zakenman en senator is een van de eerste legeraanvoerders die terecht staat wegens zijn vermeende verantwoordelijkheid voor de systematische verkrachting van burgers door zijn soldaten. In zijn Haagse cel vervaardigt hij bekers en schalen van klei voor zijn familie, die in een luxe Belgische residentie zijn zaak afwacht. Voor de Afrikaanse slachtoffers brengt de arrestatie van Bemba hernieuwde hoop dat het recht zal zegevieren. De filmmakers van Carte Blanche kregen voor dit project unieke toegang van het Strafhof tot het onderzoek naar Bemba.