Een Duitse filmmaker probeert in Jenin met hulp van de lokale bevolking een oude, vervallen bioscoop nieuw leven in te blazen. Complexe culturele verhoudingen en de penibele politieke situatie gooien meer dan eens roet in het eten.
Als regisseur Marcus Vetter in 2007 naar het Palestijnse Jenin komt voor een verhaal over Ismael, wiens zoon werd neergeschoten door een Israëlische scherpschutter, komt hij erachter dat Jenin ooit een bioscoop had waar mensen in de rij stonden voor Arabische en internationale films. Vroeger had Palestina een sterk ontwikkelde filmindustrie, die in 1987 instortte bij de Eerste Intifada. Vetter vat met Ismael en enkele locals het idee op om de oude bioscoop te renoveren en nieuw leven in te blazen als culturele en sociale ontmoetingsplek. Het wordt een moeizaam project waarbij Vetter, die zelf de spil is in zijn verhaal, stuit op ingewikkelde culturele verhoudingen en sentimenten. Hoewel de nieuwe bioscoop een plek moet worden voor iedereen, brengt de onderneming reacties met zich mee die de pijnlijke relatie tussen Palestina en Israël blootleggen. ‘Vrede’ blijkt opeens een zeer beladen woord en de initiatiefnemers moeten erop attent blijven dat het sociale project geen politiek project wordt. Dit soort substantiële problemen moeten worden overwonnen met de hulp van enkele grote namen, veel vrijwilligers en nog meer sigaretten.