De Californische Deborah Peagler is veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf wegens betrokkenheid bij de moord op haar mishandelende vriend. Wanneer ze bijna een kwart eeuw vastzit, biedt een nieuwe wet hoop op vervroegde vrijlating. Twee onervaren advocaten komen haar te hulp. Ze stuiten op corruptie en politiek gesteggel.
In 1983 werd de Afro-Amerikaanse Deborah Peagler in Californië veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf voor haar betrokkenheid bij de moord op de man die haar ernstig mishandelde en prostitueerde. Als Peagler er al meer dan twintig jaar heeft opzitten, wordt er in de zuidelijke staat een nieuwe wet geïntroduceerd. Deze wet staat het toe om zaken te heropenen van veroordeelde vrouwen die door huiselijk geweld in aanraking zijn gekomen met justitie. Twee onervaren advocaten nemen Peaglers zaak pro-deo op zich, met het idee dat zij, gesteund door de nieuwe wet, een snelle vrijspraak kunnen regelen voor hun cliënt. Waar ze echter geen rekening mee hadden gehouden is dat corrupte, politiek gedreven autoriteiten er veel aan gelegen is om de vrijlating van Peagler tegen te houden. Wat volgt is een gevecht tegen een bureaucratisch monster van onrecht en onwil, terwijl de klok doortikt. De absurde en dramatische plotwendingen, samen met de wilskracht en toewijding van de drie hoofdpersonages, maken het een spannend en ontwapenend verhaal.