Geen interviews met daders en slachtoffers, zoals in zijn eerdere films S21 en Duch, maar kleifiguurtjes en found footage zijn de middelen waarmee Rithy Panh zijn geschiedenis tijdens de dictatuur van de Rode Khmer laat zien. Hij moet wel, want behalve propaganda bestaan er geen beelden uit die tijd.
Halverwege het leven komen de beelden uit je jeugd terug, vertelt de voice-over. En die zijn bitterzoet. Panh, bijna vijftig, moet de beelden wel zelf creëren, want behalve de propaganda van de Khmer is er geen gefilmd materiaal uit die tijd.
De voice-over is gebaseerd op teksten uit Panhs boek The Elimination. We zien een foto-uitsnede van broers en zussen, uit een vrolijke tijd voordat Pol Pots troepen de hoofdstad binnenvielen met hun ‘pure revolutie’. Het begint met puurheid en eindigt met haat, zegt de stem. Honderden kleifiguurtjes staan bevroren in landschappen waar de camera overheen dwaalt; tableaux morts, stille getuigen bij gebrek aan sprekende. De beelden stellen ook vragen over weergave. Als alle historische beelden en reconstructies fictie zijn, hoe maak je de gruwelijke geschiedenis dan inzichtelijk, zonder valse dramatiek en sensatie? Wat is de essentie?
Regisseur Rithy Panh won tijdens het Movies that Matter Festival in 2001 de Award voor Beste Film.