Noord-Korea, het koninkrijk der kluizenaars, is vrijwel volledig afgesloten van de rest van de wereld. Dit maakt het moeilijk een betrouwbaar beeld te schetsen van de samenleving. Het regime voedt het volk met propaganda, maar hoe gekleurd is de westerse berichtgeving over het extreem geïsoleerde land? Filmmaker Álvaro Longoria krijgt officieel toestemming om in het land te filmen en toont hoe het propagandames aan twee kanten snijdt.
Het is het laatste volledig communistische land, en heeft zich sinds de Korea-oorlog in de jaren vijftig vrijwel afgesloten van de rest van de wereld. Het heeft ’s werelds grootste gemilitariseerde grens en onafhankelijke informatie vanuit het land is er nagenoeg niet. Horrorverhalen over concentratiekampen, ernstige armoede en extreme honger bereiken de westerse media af en toe via de verhalen van mensen die wisten te vluchten. Noord-Koreaanse media doen deze verhalen af als ‘leugens en propaganda van de Amerikanen’.
Filmmaker Álvaro Longoria vraagt zich af hoe het leven er nu echt is en regelt via een kennis officiële toestemming in het land te filmen. Dit alles echter wel onder strikte begeleiding: ieder moment van de dag wordt hij vergezeld door een vertegenwoordiger van de overheid. Hij krijgt de kans enkele burgers te interviewen en bezoekt een griezelig leeg museum en een opmerkelijk rustig ziekenhuis (geen telefoontoestellen op de balie). De mensen die hij ondervraagt dreunen het verplichte riedeltje op over de grote leider; kritische noten blijven uit.
Dit neemt niet weg dat ook de informatie waarmee wij ons een beeld moeten vormen van Noord-Korea niet altijd waarheidsgetrouw is. Longoria doet een opmerkelijk boekje open over de berichtgeving en beeldvorming over het land door de westerse media.