Patrice Lumumba werd in 1960 de eerste premier van het pas onafhankelijke Congo. Het jaar daarop werd hij geëxecuteerd. Hij was de belichaming geworden van de groeiende Pan-Afrikaanse beweging, die de westerse hegemonie op het Afrikaanse continent bedreigde. Tegen deze achtergrond werd jazzmuziek een politiek instrument.
Patrice Lumumba had in België en de Verenigde Staten voor grote onrust gezorgd met zijn beweringen dat de rijkdommen van Congo aan het volk van het land toebehoorden. Tegelijkertijd inspireerde hij daarmee de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Soundtrack to a Coup d’Etat traceert de opkomende hoop in het Globale Zuiden in 1960, die werd gevoeld in het Westen.
De film gaat ook in op de manier waarop de CIA zwarte Amerikaanse jazzartiesten zoals Louis Armstrong, Nina Simone, Duke Ellington en Dizzy Gillespie gebruikte om het imago van Amerika in het buitenland te bevorderen. Als onderdeel van een Afrikaanse tournee gesponsord door het ministerie van Buitenlandse Zaken en PepsiCo, arriveerde Armstrong in Congo in oktober 1960, een maand na de omverwerping van Lumumba. Werden de muzikanten gebruikt als afleiding?