In zijn documentaire The Fortress (Movies that Matter Festival 2009) schetste regisseur Fernand Melgar een portret van het leven in een Zwitsers asielzoekerscentrum, waar tweehonderd mannen, vrouwen en kinderen verblijven in afwachting van een verblijfsvergunning. Slechts één procent van de aanvragers krijgt een permanente vergunning: de rest moet vroeg of laat vertrekken. Waar Melgar in The Fortress het begin belicht van wat voor velen een lange, slepende procedure zal worden, toont hij in Special Flight het einde van de rit. Zonder een veroordeling of gerechtelijk proces worden de ‘gedetineerden’ in Frambois vastgehouden. Op deze plek worden relaties rondom vriendschap, respect, haat en afkeer gevormd, tot het moment van de aankondiging wie er per direct het land wordt uitgezet. Dit bericht komt voor velen als een messteek. Zij die weigeren om vrijwillig op het vliegtuig te stappen, worden gekneveld en geblinddoekt op een ‘speciale vlucht’ gezet.
Net als in The Fortress toont Melgar zich met Special Flight opnieuw een meesterlijk en zorgvuldig observator. Op een beschuldigend opgestoken vingertje of emotioneel effectbejag zul je hem niet betrappen. Toch leggen zijn films de vinger genadeloos op de zere plek van een onbarmhartig systeem.