Een half miljoen Cambodjanen werken in het buitenland, een derde van hen wordt uitgebuit als slaaf. De film vertelt het verhaal van Aya. Zij keerde zwanger terug naar huis na twee jaar uitbuiting. Ook zien we twee ‘recruiters’ die goed verdienen aan het ronselen van jonge mensen. In Cambodja worden ze ‘stormmakers’ genoemd.
In Thailand, Maleisië en Taiwan – maar soms ook Europa en de VS – werken Cambodjaanse mannen als bouwvakker of in de garnalenindustrie en vrouwen als bediende, fabriekswerker of prostituee. Voor een laag loon en onder extreem zware omstandigheden. Als ze al terugkeren, is dat meestal verminkt en getraumatiseerd. Hun ronselaars staan bekend als ‘stormmakers’. Een ooggetuige: ‘Als zij een dorp aandoen, brengen ze storm en tranen mee.’
Dorpen lopen leeg na een bezoek van een recruiter die veel ouders, hopend op wat meer welvaart, overhaalt hun kinderen naar het buitenland te sturen. Maar de belofte van goed geld is altijd een valse en de ronselaars zijn oppermachtig, weet het teruggekeerde meisje: ‘Er is geen gerechtigheid. Rijke mensen en handelaren winnen altijd.’ Een succesvol ronselaar geniet als wedergeboren christen van zijn rijkdom. Hij vreest slechts één ding: ‘Mijn geld weer kwijtraken. Ik hou van geld.’