Saturday Night Fever in het grimmige Chili anno 1978. Pinochets regime onderdrukt en moordt, maar Raúl lijkt alleen geïnteresseerd in een Travolta-imitatiewedstrijd. Meeslepende vertelling over obsessie levert indrukwekkende analyse van dictatuur, onderklasse en Amerikanisering.
Santiago, 1978. Een Chileens tv-programma organiseert een imitatiewedstrijd, terwijl eenieder die een tegendraadse mening verkondigt wordt opgepakt, gefolterd of vermoord door het regime van Pinochet. De arme Raúl (Alfredo Castro) is ervan overtuigd dat hij, als de enige echte Tony Manero, deze wedstrijd zal winnen. Helemaal als hij kan beschikken over een dansvloer met oplichtende tegels. Gewapend met deze obsessie en de verongelijkte tunnelvisie van de kleingehouden loser, wil de immorele opportunist Raúl zijn droom verwezenlijken ten overstaan van het gehele Chileense volk. Tony Manero laat zien dat Chili, ongeveer twintig jaar na het einde van de dictatuur, nog volop aan het afrekenen is met het verleden. Larraíns film focust niet op de dictatuur, maar creëert met de verafgoding van Tony Manero een parallel met de huidige Chileense samenleving. Volgens Larraín is het land zijn oorspronkelijke cultuur en tradities vergeten, en functioneert Chili inmiddels enkel naar Amerikaans voorbeeld. Een kritische, soms gruwelijke, maar bij vlagen ook zeer grappige film.
Tony Manero was de eerste film van Pablo Larraíns imponerende trilogie over het duistere leven onder de dictatuur van generaal Pinochet. Het Movies that Matter Festival 2013 vertoont Larraíns Pinochet-drieluik, dat verder bestaat uit Post Mortem en No.