Toen Rusland in 2014 de Krim annexeerde, werd een grote collectie topstukken uit musea op de Krim tentoongesteld in Amsterdam. Er barstte een juridisch gevecht los over hun eigendom tussen Oekraïne en de musea. Rechtbankdrama van het hoogste niveau, met hoogoplopende culturele én nationalistische emoties.
Het Allard Pierson Museum in Amsterdam had net de tentoonstelling ‘The Crimea – Gold and secrets of the Black Sea’ verlengd, toen Rusland in februari 2014 de Krim binnenviel. Het plaatste museumdirecteur Wim Hupperetz in ‘een krankzinnige situatie’. Moest hij de topstukken uit de Krim teruggeven aan de musea waar ze vandaan kwamen? Of zou hij, door dat te doen, de stukken de facto stelen van Oekraïne en uitleveren aan de bezettende macht Rusland?
Lokale musea op de Krim hadden enkele van hun belangrijkste stukken aan de tentoonstelling uitgeleend. En Valentina Mordvintzeva, archeoloog en curator van de tentoonstelling, had veel van de stukken zelf opgegraven. Maar Oekraïne is vastbesloten de stukken naar Kiev te halen. Het resultaat is een jarenlang, bloedstollend juridisch gevecht in de Nederlandse rechtbanken, die de zenuwen van alle betrokkenen zwaar op de proef stelt.