Abdoulaye Diallo’s weg naar het maken van films was niet gemakkelijk. Hij werd geboren in Ivoorkust en studeerde geschiedenis in Burkina Faso. Na zijn afstuderen werkte hij als radiopresentator. Dat was totdat hij de beroemde journalist Norbert Zongo ontmoette, die zijn blik verruimde.. Opgeleid in de journalistiek en gedreven door een verlangen om te documenteren, begon Abdoulaye film te zien als een krachtige manier om de complexe realiteit van zijn geboorteland vast te leggen. Abdoulaye zei: “Film heeft me in staat gesteld om mijn kennis te verdiepen en me meer emotioneel en politiek te verbinden met het leven van mensen.”
Abdoulaye legt uit dat Burkina Faso nu wordt verscheurd door talloze conflicten. In de afgelopen jaren heeft extremistisch geweld meer dan twee miljoen mensen van huis en haard verdreven en hij heeft deze omwentelingen met eigen ogen gezien. “Het land lijdt enorm,” zegt hij. “Er zijn mensen die hun dorpen zijn ontvlucht en nu in scholen wonen, in tenten…mensen die alles zijn kwijtgeraakt.” Vandaag de dag worden de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid ernstig bedreigd.
Abdoulaye’s weg naar het maken van films was meer instinctief, gedreven door een behoefte om zichzelf te documenteren en uit te drukken. Hij ziet filmmaken niet alleen als een kunstvorm, maar ook als een dringende interventie. In een medialandschap dat de Afrikaanse realiteit vaak verdraait of negeert, dringt hij aan op het vertellen van lokale verhalen en legt hij de nadruk op mensenrechten. “Als we onze eigen verhalen niet vertellen, zullen anderen ze voor ons vertellen, vaak op een ongepaste manier,” zegt hij. Daarom probeert hij via de film de Burkinabés hun daadkracht terug te geven, in het bijzonder aan hen die zelden gezien of gehoord worden.
Het was de overtuiging dat verhalen de macht hebben om perceptie te veranderen, die Abdoulaye er uiteindelijk toe bracht om mede een filmfestival op te richten dat gewijd is aan mensenrechten: Ciné Droit Libre. Het hoofdkantoor is gevestigd in Ouagadougou, maar de organisatie breidt zich uit naar alle regio’s, inclusief de regio’s die zwaar getroffen zijn door conflicten. Abdoulaye benadrukt het belang van het opbouwen, in dergelijke ruimtes, van een gevoel van gedeelde Afrikaanse identiteit, over de nationale grenzen heen:
Veel jongeren groeien tegenwoordig op met het kijken naar Hollywood- of Europese films. Ze zien zichzelf niet. We moeten ruimte maken voor Afrikaanse perspectieven, Afrikaanse esthetiek, Afrikaanse strijd en Afrikaanse vreugde.
Het festival is zowel een culturele heropleving als een politiek statement. “We willen cinema decentraliseren, naar plaatsen brengen waar mensen geen toegang hebben tot schermen, films of ruimtes voor dialoog,” legt Abdoulaye uit. Ondanks veiligheidsproblemen en logistieke obstakels zet het team door. Abdoulaye: “Zelfs zonder elektriciteit brengen we een generator mee. We vertonen films onder de sterren.” Het belang van het festival gaat verder dan entertainment alleen. Het gaat over het terugwinnen van de openbare ruimte en het stimuleren van de collectieve verbeelding in het licht van geweld. “Terroristen willen niet dat mensen samenkomen. Ze willen angst en stilte. Maar als we samenkomen om een film te kijken, verandert er iets. We voelen ons minder alleen,” legt hij uit.
Zijn visie is ook geworteld in solidariteit. Hij gelooft in het bouwen van bruggen tussen filmmakers in Afrika en daarbuiten, vooral degenen die werken in conflictgebieden of in de marge. “We kunnen niet wachten tot internationale instellingen ons steunen. We moeten elkaar steunen,” zegt hij. Zijn festival omvat niet alleen lokale verhalen, maar ook films uit Mali, Niger en de bredere Sahel-regio – zodat er een tapijt ontstaat van stemmen die zich door een vergelijkbare strijd navigeren. Hij benadrukt dat het festival daarnaast ook de nuance van menselijkheid benadrukt. “Ja, er is oorlog. Maar er is ook gelach, schoonheid, herinnering, dromen,” zegt hij. “Cinema geeft ons ook een manier om dat allemaal vast te houden.”
Met zijn filmfestival is Abdoulaye een voorbeeld van vele filmfestivals die film gebruiken als middel om mensenrechten te bevorderen, onrecht aan te vechten en gemarginaliseerde stemmen te versterken. Met zijn festival maakt hij dan ook deel uit van het Human Rights Film Network, een internationale coalitie die bestaat uit meer dan 50 filmfestivals. Movies that Matter is een van de medeoprichters van dit netwerk en coördineert het secretariaat.
Voor Abdoulaye biedt deelname aan dit netwerk zowel solidariteit als zichtbaarheid. Het netwerk biedt niet alleen praktische ondersteuning – zoals middelen en advies – maar ook een sterk gevoel van gemeenschap en solidariteit. Voor activisten zoals Abdoulaye, die vaak in uitdagende of zelfs gevaarlijke omgevingen werken, is dit internationale ondersteuningssysteem niet alleen nuttig – het is cruciaal. “Het is krachtig om te weten dat je niet alleen bent, maar deel uitmaakt van iets groters,” zegt hij. “Mensen werken onder verschillende omstandigheden, maar met dezelfde overtuiging: dat film ogen kan openen, harten kan openen en soms zelfs wetten kan veranderen.” Voor hem is het netwerk een manier om het gesprek tussen lokale realiteiten en wereldwijde solidariteit te laten groeien, met film als brug tussen die twee.
Movies that Matter ondersteunt mensenrechtenfestivals over de hele wereld. In deze serie belichten we de verhalen van verschillende mensen die betrokken zijn bij onze internationale programma’s om hun projecten en de impact die ze maken te bespreken. Het International Support team zet zich wereldwijd in door het financieel ondersteunen van mensenrechten filmfestivals (Grant Programme), filmvertoningen op ambassades (Embassy Film Menu), een outreach programma voor activisten (Activist Programme), het coördineren van een samenwerkingsverband tussen festivals (Human Rights Film Network) en workshop programma’s voor filmfestival organisatoren (Cinema without Borders).