Tijdens IDFA 2024 in Amsterdam gingen we met Sarah om de tafel zitten om terug te blikken op de reis van het lanceren van een filmfestival in Kenia en de momenten die daar vorm aan hebben gegeven. Ze vertelde hoe ze heeft “beseft dat het medium film een instrument is dat een unieke benadering van reflectie en discussie mogelijk maakt.”
De reis begon in 2019, toen Sarah besloot – samen met anderen – de kruising tussen film en mensenrechten te verkennen. De initiële focus lag op mensenrechten en de impact van sociaal-maatschappelijke kwesties, vooral in Kenia, waar een groeiende interesse in film en activisme merkbaar werd. Tijdens de COVID-19-pandemie, toen iedereen aan huis was gebonden, begon het team virtueel samen te komen en werkte het een voorstel uit om een festival te organiseren. Hoewel de groep nieuw was in de wereld van filmfestivals, schreven ze hun eerste voorstel, gedreven door hun toewijding om iets betekenisvols te creëren. “Op dat moment deden we het gewoon omdat we het idee leuk vonden en hoopten dat het zou gebeuren. Het was het eerste voorstel dat we ooit hadden geschreven, en toen ontvingen we de start-up subsidie”, vertelt Sarah glimlachend.
Hoewel het plaatsvond in een tumultueuze tijd, was de eerste editie van het festival een succes. In 2021, na maanden van lockdown, kon het festival profiteren van een korte periode en greep het deze kans. Het publiek zat te springen om culturele evenementen en kwam massaal naar de voorstellingen. Dit moment was een keerpunt dat het potentieel voor dergelijke initiatieven in het land liet zien. Sarah zegt: “Voor de volgende editie van het festival wilden we verder gaan dan de gebruikelijke setting van Nairobi, waar filmfestivals vaak geconcentreerd zijn. We beseften dat veel plattelands- en informele gemeenschappen buiten de culturele dialoog worden gehouden en besloten daarom het festival inclusiever te maken door gebieden buiten de hoofdstad aan te spreken.” Daarom besloot het festivalteam om satellietvertoningen te organiseren in kleinere steden en informele nederzettingen. De screenings op deze nieuwe locaties draaiden niet alleen om het vertonen van films, maar creëerden ook mogelijkheden voor gemeenschappen om te discussiëren over sociale uitdagingen zoals politiegeweld en gendergerelateerd geweld.
Bij elke editie van het festival benadrukt het team het belang van betrokkenheid van de gemeenschap. Sarah:
We zien elke vertoning als meer dan alleen een evenement, namelijk als een stap richting een meer sociaal bewuste en mondige samenleving.
Een belangrijk voorbeeld dat Sarah benadrukt is het moment dat een vrouw, die actief betrokken was bij de strijd tegen genitale verminking, moedig haar verhaal deelde voor haar gemeenschap. De vrouw vertelde over haar persoonlijke ervaringen en de veranderingen die ze in de loop der jaren had meegemaakt, wat een zinvolle discussie op gang bracht binnen haar gemeenschap. Dit werd een cruciaal moment voor het festival en toonde de kracht aan van lokale stemmen om sociale verandering teweeg te brengen. Hierdoor realiseerden Sarah en haar team zich dat films alleen niet genoeg zijn; persoonlijke verhalen maken het gesprek geloofwaardiger en krachtiger.
“Door deze vertoningen en dialogen kunnen we een gevoel van gedeelde verantwoordelijkheid binnen de gemeenschap bevorderen,” zegt Sarah. Het gaat niet alleen om bewustwording, maar om het aanwakkeren van actie die kan leiden tot blijvende verandering. Door lokale mensen te versterken en hen de middelen te geven om het gesprek voort te zetten en sociale verandering te stimuleren, probeerden ze een duurzaam model voor culturele en maatschappelijke transformatie te creëren.
Voor de derde editie besloot het festival nog een stap verder te gaan in deze betrokkenheid voor de gemeenschap. Als aanvulling op de traditionele vertoningslocaties, richtten ze zich op informele nederzettingen en gebieden met beperkte toegang tot culturele evenementen, en brachten ze vertoningen naar openbare ruimtes zoals markten, kerken en zelfs voetbalvelden waar regelmatig grote groepen bijeenkwamen. Dit was vooral effectief op plaatsen waar mensen normaal gesproken geen toegang hebben tot bioscopen of culturele evenementen vanwege financiële beperkingen. Hierdoor groeide het festival uit tot meer dan alleen een bijeenkomst van filmliefhebbers, het werd een ruimte voor activisten en gemeenschappen om samen te komen, hun stem te laten horen en belangrijke kwesties aan te pakken. “Bij elke editie heeft het festivalteam de betrokkenheid van de gemeenschap als prioriteit gesteld, om ervoor te zorgen dat elke vertoning een betekenisvolle stap is in de richting van een meer sociaal bewuste en mondige samenleving.”
De groei van het festival toont de kracht van film om een dialoog te creëren en sociale verandering te bevorderen. “Ons doel is om een cultuur van film en discussie rond kritieke sociale kwesties te cultiveren die niet alleen amusement biedt, maar ook educatie en empowerment.” In de toekomst hoopt het festival zijn bereik te vergroten, jonge leiders op te leiden en gemeenschappen in staat te stellen sociale verandering te stimuleren door middel van film.
Movies that Matter ondersteunt mensenrechtenfestivals over de hele wereld. In deze serie belichten we de verhalen van verschillende mensen die betrokken zijn bij onze internationale programma’s om hun projecten en de impact die ze maken te bespreken. Het International Support team zet zich wereldwijd in door het financieel ondersteunen van mensenrechten filmfestivals (Grant Programme), filmvertoningen op ambassades (Embassy Film Menu), een outreach programma voor activisten (Activist Programme), het coördineren van een samenwerkingsverband tussen festivals (Human Rights Film Network) en workshop programma’s voor filmfestival organisatoren (Cinema without Borders).